DG-505

PH-1357 * RL

Algemeen
Onderzoek of er klachten of defecten zijn vermeld en of deze op de juiste wijze zijn afgehandeld.
Controleer eventuele tijdelijke voorzieningen of reparaties; werk deze definitief af
Controleer de uitvoering van de verplichte wijzigingen
Controleer de uitvoering van niet-verplichte wijzigingen
Voer de smeringsaanwijzingen uit. MM sectie 3.3
Romp
Romp in- en uitwendig reinigen
Ontkoppelhaken controleren op conditie, speling, reinheid en smering
Controleer de ontkoppelhaken bediening en -kabels op conditie en werking
Controleer het instrumentenpaneel en de instrumenten op conditie en vastzitten.
Controleer de opschriften op aanwezigheid en juistheid.
Controleer de richtingsroerkabels op slijtage, i.h.b. de S-vormige doorgangen bij de pedalen
Controleer het pedaal-verstel mechanisme op werking en aanwezigheid van voldoende vet
Controleer de stootstangen aan linkerzijde van cockpit op conditie. N.B. teflon delen niet invetten!!
Controleer de volledige besturing op conditie, werking en eventueel op speling, corrosie en (statische) borging
Controleer alle schroefverbindingen op conditie, i.h.b. de conditie van de borgmoeren.
Controleer de conditie van de rubberkoorden in de besturing. (elke 6 jaar vervangen)
Contoleer of het moment van de moer op de hoogteroertuimelaar (5ST19) tenminste 12 Nm is. volgens TM 348-19
Controleer werking van het wielalarm
Controleer de romphuid op deugdelijkheid en beschadigingen, delaminaties, e.d.
Controleer de afdichting van het richtingsroer.
Controleer de richtingsroerhuid op conditie, lakschade en delaminaties
Controleer de aansluitingen van de rolroer- en hoogteroerbesturing en rempleppen op conditie en speling
Controleer de bouten, pennen en bussen van vleugel- en hoogteroerbevestiging op conditie en speling
Controleer de hoogteroeraansturing in het kielvlak op recht zijn en of het nog goed vast zit in de stootstang
Controleer of het trimgewicht in het kielvlak zit
Controleer het staartwieltje op conditie en speling
Cockpitkap en bevestiging
Controleer de cockpitkappen, de touwtjes aan de kappen, de kapvergrendeling, het noodafwerpsysteem op conditie en werking
Controleer of de kap sluitpennen voldoende vast zitten (zie instructie 2 uit van TN500/13)
Kaprand schoonmaken en invetten met boenwas (pledge)
Onderstel
Controleer de scharnierpunten van het wielmechanisme in wielkast op goede beweging en conditie.
Controleer het hoofdwiel. Indien nodig, reviceer het . Let hierbij op de remvoeringen, vervang deze jaarlijks.
Controleer het landingsgestel op werking, reinheid, speling, conditie en smering
Controleer de conditie (dikte) van de remschijf
Controleer de conditie van de remvloeistof. Elke 4 jaar volledig vervangen
Vleugels
Controleer de vleugelhuid op deugdelijkheid en beschadigingen, delaminaties, e.d.
Controleer de remklepkasten op conditie en de afwezigheid van water
Controleer de vleugel-romp bevestigingsbeslagen op speling, conditie, en vastzitten in het laminaat
Controleer de vleugel-romp en 20m tip-vleugel (PH-1357 ONLY) speling. Zie MM sectie 1.10. Werk initieel te veel vleugel-romp speling weg met shims
Controleer de hoofdbouten op conditie en passing
Neem het trillingsgetal (trillingen per minuut) op en leg het vast
Roeren en kleppen
Meet en leg vast de rolroeruitslagen en de speling
Controleer de rolroeraandrijving in de vleugel op conditie en speling
Meet en leg vast de richtingsroeruitslag en de speling
Controleer de richtingsroerbevestiging en de bevestiging van de stuurkabels
Meet en leg vast de hoogteroeruitslag en de speling
Controleer de remkleppen volgens instructies van TN 348/4T (achterin MM)
Stabilo
Controleer de stabilo- en hoogteroerhuid op deugdelijkheid en beschadigingen, delaminaties, e.d.
Controleer de stabilo-bevestigingsbeslagen op conditie en vastzitten
Controleer stabilo-romp bevestiging op conditie en speling
Controleer de hoogteroerscharnieren
Controleer de automatische hoogteroeraansluiting op conditie, m.n. corrosie
Elektriek, pitot-static
Controleer de bedrading op slijtage, bevestiging en op soren van kortsluiting. Ook de accu's
Controleer de werking van de electrische vario en FLARM
Contoleer de aarding van besturingssysteem en zwaartepuntshaak
Voer een lektest uit op het statisch- en druksysteem en instrumenten (elke 24 maanden)
Voer een operationele check uit van de transponder en (optioneel) radio